De open ruimte in de Noordrand werd, onder invloed van de groeiende stad, de voorbije eeuw in snel tempo verhard en bebouwd. Het betreft landdegradatie, door de VN onderschreven als wereldwijde uitdaging. Om natuurlijke ecosystemen en biodiversiteit te beschermen en te verbeteren en klimaatuitdagingen in stedelijke omgeving aan te pakken is het de bedoeling dat zo veel mogelijk landen tegen 2030 land-degradatie-neutraal zijn.
Vandaar het belang om de resterende (stedelijke) open ruimtes, waar mogelijk, te vrijwaren, te versterken en in te schakelen in een duurzaam gewestgrens-overschrijdend netwerk met continue en robuuste corridors tussen stad en buitengebied voor natuur, water, bodem, biodiversiteit, lokale (stads)landbouw gekoppeld aan zachte recreatie en mobiliteit.
In de verschillende werven en stadsprojecten in de Noordrand komt de noodzaak tot regionale visievorming rond de ontwikkeling van een samenhangend en robuust open ruimte-netwerk naar voor. Dergelijke visievorming maakt het mogelijk stedelijk verdichtte programma’s en open ruimte beter op elkaar af te stemmen en te verbinden om zo winsten te boeken in energie- en grondgebruik, natuurlijke rijkdommen, luchtkwaliteit, ecosysteemdiensten en biodiversiteit.
Van de gebruikelijke logica van het ruimtelijk beleid, waar bebouwde’ bestemmingen en open ruimtes vaak in conflict met elkaar zijn, wordt afgestapt zodat open ruimte als een structurerend element voor de stedelijke groei kan fungeren, eerder dan als restproduct ervan. Niet-bebouwde ruimte wordt niet langer enkel vanuit een conserverende houding beschouwd, maar ingezet om de stedelijke ontwikkeling te sturen en als (ver)bindend element te fungeren.
Het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma Noordrand wil met de werf ‘Groen netwerk’ volgende doelen realiseren:
- het maximaal vrijwaren en versterken van de bestaande open ruimte in de Noordrand door de ontwikkeling van een regionaal samenhangend netwerk dat de economische en demografische ontwikkeling ondersteunt en diverse functies integreert (landschappelijk, ecologisch, recreatief, voedselvoorziening, klimaat, eco-systemisch).
- om dit te realiseren werken we tegelijkertijd aan (1) een grondige inventarisatie en waardering van de huidige open ruimte (inclusief waterlopen), het identificeren van bottlenecks, zwarte punten voor de netwerken en corridors (2) de opbouw van een ambitieuze en gecoördineerde visie tussen de verschillende beleidsniveaus en gewesten, en (3) het opstellen en uitvoeren van een operationeel programma door publieke partners samen met gebruikers, investeerders en eigenaars van open ruimte gebieden (o.a. het stewardship-principe om het bewustzijn rond duurzaam en regeneratief land- en bodemgebruik te verbeteren).
- opzetten van een partnerschap tussen perspective.brussels, Departement Omgeving, de Brusselse en de Vlaamse Bouwmeesters, de Vlaamse Landmaatschappij, Leefmilieu Brussel, Agentschap Natuur en Bos, OVAM en de Provincie Vlaams-Brabant.
OPEN Brussels : een netwerk voor open ruimte in en rond Brussel
Voor dit partnerschap werd een studie uitgevoerd door het consortium BUUR-Antea-Hesselteer.
De studie omvat volgende 4 fases :
- Analyse van de open ruimte in de Brusselse rand (resultaten binnenkort beschikbaar)
- Visie ‘Open ruimte netwerk Noordrand’ (in opmaak)
- Actieplan ‘Open ruimte netwerk Noordrand’
- Dienstencentrale ‘Open Noordrand’ (vanaf 2021)
Het doel van de opdracht is een ambitieuze, gezamenlijk gedragen visie te ontwikkelen voor een duurzaam en regionaal samenhangend open ruimte netwerk in en rond Brussel met robuuste corridors tussen stad en buitengebied voor o.a. biodiversiteit, water, koelte, lokale landbouw en actieve mobiliteit.
Essentieel is dat het een visie betreft die geoperationaliseerd kan worden in de projecten en instrumenten van de verschillende partners in samenwerking met lokale besturen, gebruikers, investeerders en eigenaars van open ruimte gebieden. Deze partners zullen dan ook vanaf het najaar bij de studie betrokken worden.
Op de webste van perspective.brussels vindt u een presentatie met voice-over ter introductie van de studie.